Pleidooien voor onthaasting en lof van de verveling
Leestijd 2 minuten
Stel, je wordt op een ochtend wakker en twaalf jaar uit je leven zijn verdwenen. De laatste dag die je je herinnert, is twaalf jaar plus één nacht geleden, de tussenliggende jaren zijn in het niets van je geheugen opgelost. Dat overkomt Marie, hoofdpersoon in Het leven van een ander, de vierde roman van Frédérique Deghelt.
Marie wordt wakker in het bed van Pablo, die ze de avond ervoor heeft ontmoet. Een seconde later stormen twee kinderen de slaapkamer binnen, die de hare blijken te zijn. Marie kan zich niet herinneren dat ze met Pablo getrouwd is en dat ze moeder is geworden. In de kast hangen kleren die ze niet herkent. Ze laat de kinderen onderweg naar school voorop lopen aangezien ze geen idee heeft waar die staat en ze weet evenmin of ze daarna misschien naar haar werk moet. Twaalf jaar van haar leven zijn uit haar geheugen gewist en wat Marie ook doet, ze komen niet terug.
Het is een mooi uitgangspunt voor een roman, die eerder werd verfilmd – La vie d’une autre (2012) met Juliette Binoche in de hoofdrol – en die nu is vertaald. Marie raakt in paniek: wat is er gebeurd, heeft ze een ongeluk gehad, zit er een tumor in haar hoofd? Of heeft een trauma haar geheugenverlies veroorzaakt?
Als lezer word je gepakt door haar verwarring, meegevoerd in haar zoektocht naar aanknopingspunten. Compositorisch stond Deghelt voor een lastige exercitie. Marie kiest ervoor haar geheim voor zich te houden, en hoe giet je dan al die stukjes en beetjes informatie die ze vergaart over ‘het leven van die ander’ in een geloofwaardig tijdsverloop? Maar de schrijfster neemt je mee en je vergeeft haar het gehannes met al die tijdselementen die een plaats moeten krijgen.
Al snel krijg je in de gaten dat het Deghelt om een ander thema gaat: hoe reageren onze geest en ons lichaam op een leven van vierentwintig uur per dag bereikbaar zijn, van steeds hogere ambities en van permanent communiceren? Hoe overleven wij dit tempo, hoe gaan we om met al die externe factoren die almaar beslag leggen op onze tijd?
In Het leven van een ander reageert de overbelaste geest van Marie met een volledige black-out. Langzamerhand begrijp je dat in haar overvolle leven de huwelijksharmonie danig te wensen over liet. Aan de euforische periode waarin zij, dankzij haar geheugenverlies, weer is teruggekeerd, was hardhandig een einde gekomen. Hoe verder, moet Marie zich vlak voor haar black-out hebben afgevraagd. En vooral: wil ik zo verder? Haar brein heeft de beslissing genomen.
Deghelts recentste roman, Les brumes de l’apparence (2014), cirkelt met een variant om dezelfde vraag. Gabrielle, eigenaresse van een succesvol evenementenbureau, erft een stuk grond in een onherbergzaam, dun bevolkt deel van Midden-Frankrijk. Als Parisienne, voor wie alles buiten de périphérique van de Franse hoofdstad tot de woestijn behoort, wil ze er maar één ding mee: zo snel mogelijk verkopen. Ze rijdt naar het dorp, maakt kennis met een haar tot dan toe onbekende oude tante en gaat eens kijken op het terrein dat nu haar eigendom is: ze treft er een ruïne aan.
In het dagelijks leven organiseert Gabrielle feesten en evenementen, alles wat ‘verleidt, straalt en net zo hard weer verdwijnt als dat het gekomen is’. Ze is een kind van de 24-uurs economie, een wereld waarin het hier en nu, het uiterlijk vertoon en het rationele meer tellen dan wat dan ook. Ondanks haar afkeer van alles wat niet stads is, wordt ze gegrepen door de natuur, het aardse.
Haar werk past in de huidige trend van pleidooien voor onthaasting en lof van de verveling. Wie geen weerstand biedt aan de permanente eis om altijd beschikbaar, altijd online te zijn, raakt vervreemd van zichzelf. Voor je het weet heb je de indruk dat je niet meer je eigen leven leidt, maar dat van een ander.
Roman Frédérique Deghelt
Het leven van een ander, Vert. door Marijke Scholts. De Geus, 281 blz. € 18,95